De functie van de stadsdominee wordt sinds 2018 vervuld door dominee Diederiek van Loo.  Het werk in de Amersfoortse Zwaan  is een onderdeel van de taken als stadsdominee.

 

Een introductie van de stadsdominee in zes vragen:

Wie is Diederiek van Loo?

Om gewoon maar te beginnen: ik ben vijftig geworden dit jaar, ik ben getrouwd en we hebben twee fijne dochters. Ik neem dankbaar en met liefde mijn plaats in tussen de generaties van mijn ouders (ik heb een moeder en schoonmoeder, helaas geen vader en schoonvader meer) en onze kinderen. Ik herken me in de omschrijving van nuchter en scherp, vrolijk en hartelijk. En nog veel meer uiteraard….

Wat raakt jou zelf op het gebied van geloof, kerk en bijbel?

Met stip op één: de Paasnacht, het aansteken van de kaars in het donker, de vreugde over de opstanding uit alle dood – dat wil ik geen jaar missen. En verder: de humor en wijsheid (soms scherp, soms mild) van bijbelverhalen. Verhalen die zo waar zijn dat ze al die eeuwen worden doorverteld en voorgelezen als bemoediging om op een goede manier te leven.
Als dominee moet je van God houden en van mensen. Ik vind dat geen moeilijke opdracht, maar een voorrecht.

En buiten de kerk? Wat doe je  in je vrije tijd?

Ik ben graag buiten, als ik in de tuin werk vergeet ik alle tijd. Of heerlijk een eind lopen, door het bos of aan het strand. Water trekt mij altijd: zwemmen of heel stil en snel in een kano over het water glijden – fantastisch.  Ik bezoek vaak musea: zowel oude als moderne kunst inspireert, verwondert, ontroert, maakt me stil. En voor goede vrienden, een goed gesprek en een goed glas probeer ik ook altijd tijd te vinden of te maken.

Waar word je blij van?

Ik hou van de seizoenen van het jaar. Ik word blij van het tapijt van krokussen bij die prachtige Monnikendam. Of de eerste kastanjes die vallen op het fietspad langs de stadsring. Ik hoor niet tot die stroming van het christendom die deze wereld ziet als kwaad en dit leven alleen als een voorbereiding op een hiernamaals. Ik omarm het leven. Royaal en hartelijk. Nog iets waar ik van kan genieten: mensen die goed zijn in hun vak, die met passie werken.

En dan natuurlijk ook die andere vraag: waar word je chagrijnig van?

Ik heb een hekel aan gewichtigdoenerij van mensen die zichzelf zo belangrijk vinden. En als dat dan ten koste gaat van de aandacht voor mensen die het eigenlijke werk doen, de ‘stillen in den lande’, of voor de zaak zelf – dan word ik echt boos. Of verdrietig. Dat ligt er een beetje aan hoeveel energie ik heb op dat moment. En als er beleid gemaakt wordt dat benauwd, knieperig, bang en klein is, dat maakt me moedeloos. Maar doorgaans ben ik vrolijk, hoor, want er zijn zoveel prachtige mensen en er gebeurt zoveel moois!

Tot slot: wat vind je van Amersfoort als stad?

Toen we in 2012 in Amersfoort kwamen wonen kende ik niemand en was ik nog nooit in de binnenstad geweest. Amersfoort was op de een of andere manier een blinde vlek op mijn landkaart gebleven. Maar al snel voelde ik me thuis en was trots om hier te wonen en te werken. De middeleeuwse binnenstad is zo prachtig. Slenterend, op de fiets of vanaf de boot: je raakt niet uitgekeken. Ik vind het leuk dat de stad zo’n eigen karakter heeft: het is geen Gooi, geen Randstad, geen Veluwe – het is gewoon Amersfoort. Precies groot genoeg, precies klein genoeg en overal dichtbij.

Voor mijn werk als stadsdominee is het heel fijn dat de mensen hier open staan voor samenwerking, en geïnteresseerd zijn in nieuwe mogelijkheden. En ik heb fantastische collega’s in verschillende kerken met wie het allemaal goed zaken doen is. Zo kun je met elkaar mooie dingen tot stand brengen.

Start met typen en druk op Enter om te zoeken