op weg naar Pasen
Met de gezamenlijke Aswoensdagviering op 26 februari in de Oud-Katholieke Kerk ( ’t Zand 13) begint de Veertigdagentijd voor Pasen. Veertig dagen – een bijbelse tijdsspanne – om je voor te bereiden op het feest.
Een journalist belde mij om te horen of ik vond ‘dat er genoeg aandacht voor deze tijd was’. Dat soort algemene vragen vind ik altijd moeilijk te beantwoorden. Maar voor jezelf kun je er wel iets over zeggen. Als je het idee hebt dat het opeens Pasen is, dat het feest je overvalt, dan heb je dus te weinig aandacht besteed aan de Veertigdagentijd. Want daar is deze tijd voor bedoeld: om ruimte te maken in je hoofd en je hart voor het feest dat komt.
Voor je verjaardag doe je het niet anders. Je kunt niet op een ochtend zeggen: ik ben jarig en nu is er feest. Nee, je gaat van te voren je huis opruimen, boodschappen doen, taart bakken, eten koken, vrienden uitnodigen. En door alle voorbereidingen wordt het feest steeds feestelijker. Zo gaat het ook met Pasen. Door de voorbereidingstijd wordt het feest groter. En door deze tijd te markeren voorkom je dat je door de drukte van alle dag (of de grijsheid van alle dagen) vergeet dat het Pasen gaat worden.
Sommige mensen gaan in deze weken iets extra’s doen, anderen laten bepaalde dingen juist achterwege. Zoek een weg die bij jou past. Het hoe is niet zo belangrijk.
Ik hoop dat je je verheugt op het nieuwe begin, op het licht van Pasen en dat je je geborgen voelt in de liefde van God, die leven en dood omvat.