De zondvloed
Vorig jaar klaagden we over droogte, maar deze zomer blijft het maar regenen.
Ik ben op weg naar de Sint Joriskerk om mijn dienst te doen bij ‘Momentum’ op zondagmiddag. Hoosbuien komen neer, het water gorgelt door de goten. Gelukkig niet vergelijkbaar met Limburg, maar het is toch flink nat. Mijn regenponcho hangt in de schuur uit te druipen en onder mijn fiets is een plasje ontstaan.
Niet eens zo’n verkeerd idee
Plotseling denk ik: een zondvloed is misschien niet eens zo’n verkeerd idee. Het is heftig, maar, wie weet, wel doeltreffend om alle problemen weg te wassen, de wereld schoon te vegen en opnieuw te kunnen beginnen. Een verse start, een schone lei. Want de moed zinkt me soms in de schoenen. Ik heb het gevoel dat alle problemen die we de afgelopen eeuwen zelf veroorzaakt hebben nu op onze deur kloppen. Of bonken. Of zonder kloppen binnenkomen. Kolonialisme, globalisering, kapitalisme gebaseerd op eeuwige groei – we zijn over grenzen gegaan. We hebben deze krachten zelf ontketent, maar hoe krijgen we ze weer in bedwang? Hoe kunnen we leven met het oog op nu èn later?
Een zondvloed om de ellende weg te spoelen
Ik denk aan het klimaatrapport waar nog eens zwart op wit staat wat we al 50 jaar weten en onderhand ook aan den lijve ervaren: het klimaat verandert, het weer wordt extremer en dat gaat niet vanzelf weer over. Maar de lobby van Schiphol is sterker dan de Tweede Kamer. Ik huiver bij de gedachte aan de duistere toekomst van Afghanistan, aan het afhankelijke, opgesloten leven dat vrouwen daar tegemoet gaan. Ik ben ontzet en verbaasd over het geweld tegen journalisten, tegen hulpverleners, artsen en politie. En de haat en het geweld tegen zwarten, tegen homo’s en gender-neutrale tieners, anders-gelovigen, anders-gekleden, anders-taligen. De onmacht om een debat te voeren en naar elkaar te luisteren baart me grote zorgen. Als wantrouwen groter is dan de wil tot samenwerking – ach God, hoe moet het dan verder?
Dus ja, een zondvloed. Hoewel het woord niets met ‘zonde’ te maken heeft zou het er misschien wel een oplossing voor zijn. En dan hopen dat we daarna, wijs geworden, minder kortzichtige keuzes maken.
We moeten onze eigen rotzooi opruimen
Helaas, vergeet dat maar. We zullen echt onze eigen rotzooi moeten opruimen. “Deze belofte doe ik jullie”, zei God tegen Noach en de mensen die bij hem waren, “ik sluit een verbond met jullie en je nakomelingen: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen.” (Genesis 9:11) ‘Wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?’, vroeg een Schriftgeleerde aan Jezus. En die antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf. Doe dat en u zult leven.’
De zon prikt door de laatste regendruppels heen. De veelkleurige boog in de wolken vertelt ons dat we het samen moeten oplossen. God gaat het niet voor ons doen. Het zal niet meevallen, maar het is wel eerlijk en het is te doen.